Jaren geleden kwam iemand die mij dierbaar is in de problemen. Er moest van alles worden geregeld en op orde gebracht, maar het lukte niet meer. We hielpen waar we konden. We kenden het beroep professional organizer toen nog niet, maar achteraf denk ik vaak: als er toen eerder hulp was gekomen, waren de dingen misschien niet zo uit de hand gelopen.
Na een paar maanden kregen we de meeste zaken weer op de rails. Toch bleef een deel bij ons hangen, vooral de administratie. En pas veel later, in een loopbaantraject, realiseerde ik me dat ik dat werk, ondanks de moeilijke omstandigheden, eigenlijk fijn had gevonden. Het gevoel dat je écht iets voor iemand kunt betekenen. Dat er weer overzicht komt, rust, ruimte.
De opleiding tot professional organizer begon voor mij als een manier om te onderzoeken hoe je zelf weer kunt loslaten. Want ongemerkt had ik mezelf verantwoordelijk gemaakt voor dingen die niet meer van mij waren; taken, zorgen, verwachtingen. En ik hield ze te lang vast.
Tijdens de opleiding leerde ik niet alleen hoe je structuur aanbrengt, maar ook hoe diep het kan gaan als opruimen een tijd niet is bijgehouden. Dat het nooit alleen over spullen gaat, maar vaak over wat daaronder ligt.
Juist dat maakt het werk voor mij zo boeiend. Het leidt vaak tot mooie gesprekken, waarin een ander perspectief voor beide kanten verhelderend is. Van daaruit kunnen stappen worden gezet, praktisch én positief. Het tempo verschilt per persoon, en dat is goed. Zodra iemand weer beweging ervaart, komt er vanzelf ruimte voor verandering.
De grootste les voor mijzelf? Dat ook ik moet leren loslaten. Als organizer begeleid je, maar je neemt niet over. Het is niet aan mij hoe snel iemand gaat. Door de verantwoordelijkheid nu beter bij de ander te laten, hou ik zelf de ruimte om meer mensen te helpen. En misschien is dat precies waar het allemaal om draait: ruimte maken, bij een ander én in jezelf.
Anderen inspireren met mijn blog?
Deel mijn pagina op je socials!